Dagboek van een draakje
Ga er eens goed voor zitten en stel je zelf voor dat je 17 maanden bent. Je hebt een vader en een moeder. Het zijn leuke ouders, vinden ze zelf, en ze hebben nog een zoon van 4 jaar. Je hebt een leuk huis met heel veel leuk speelgoed. Je hebt een leuke slaapkamer met nog meer speelgoed. Je krijgt eten als je honger hebt en drinken als je dorst hebt. Je mag slapen als je moe bent, al wil je dat natuurlijk nooit. Je hebt een abonnement bij “Hullie” en bij “ZieZoo”. Je gaat iedere zaterdagochtend zwemmen met je vader en regelmatig leuke dingen doen met je familie. Stel je zelf dit eens allemaal voor: “Welkom in mijn wereld.”
Ik probeer iedere dag op tijd op te staan zodat ik veel aan mijn dag heb. Tussen 6.00 u. en 7.00 u. probeer ik mijn ogen open te doen. Dat is afhankelijk van het aantal uren dat ik ’s nachts heb geslapen. Ik vind het leuk om mama wakker te houden als ik me niet zo fit voel. En ook als ik me wel fit voel wil ik toch wel heel graag bij mama liggen ’s nachts. Helaas trapt mama daar niet in. Alleen als ik ziek ben mag ik bij mama liggen en heel soms ook bij papa. Mama is het allerliefste ’s nachts, mijn papa is soms een beetje mopperig. Ik denk dat hij het niet zo leuk vindt als ik hem wakker maak als het nog donker is. Tja, ik heb ook liever mijn mama. Helaas vindt zij dat ze soms ook moet slapen. Ik snap dat niet goed, dat kan ze toch ook overdag doen, dat doe ik ook.
Als ik dan ’s morgens wakker wordt ben ik een beetje mopperig. Dat is niet zomaar, dat heeft een hele goede reden: HONGER! Volgens mama ben ik een vreetzakje en eet ik wel heel erg veel. Ik vind het wel meevallen: 4 tot 6 sneeën brood, 2x fruit, een koekje (en soms 2!) een potje olvarit, beetje “grote mensen eten”, toetje en een papfles. Dat kun je wel veel vinden, maar weet je hoeveel energie ik nodig heb op een dag!
Ik heb echt geen luizenleventje hoor, al denken sommige mensen dat. Zoals ik al zei, sta ik ’s morgens vroeg op. Dan word ik aangekleed en ga ik ontbijten. En daar begint de ellende, ik moet blijven zitten in mijn stoel, ik mag mijn brood niet op de grond gooien, ik moet vlees of kaas op mijn brood, ik moet wachten totdat iedereen klaar is met eten en ik moet het gekwebbel aanhoren van mijn mama en grote broer.
Vervolgens wacht mij de loodzware taak om mijn luier vol te poepen. Ik doe dit iedere dag meteen na het ontbijt, dat maakt de dag overzichtelijk. Het nadeel hiervan is dat ik meteen weer mee moet om een schone luier om te doen.
Na dit ochtendritueel gaat de dag van start. Dit is iedere dag anders, geheel afhankelijk van de grillen van mijn broer. Sinds kort gaat hij naar school. Dat is een heel groot gebouw met een plein waar heeeeel veel mensen op staan. Ook hebben ze er leuk speelgoed en klimtoestellen, waar ik dan natuurlijk weer niet mee mag spelen. Marijn vindt het altijd erg leuk als hij naar school mag en dat terwijl ik niet eens mee mag. Hoe kan het dan leuk zijn? Als Marijn op een stoel zit gaan we nog zwaaien bij het raam. Daar staan allemaal andere papa’s en mama’s ook te zwaaien en kusjes te blazen en soms is er dan zo’n mama die met een blij gezicht mij “een leuke jochie” noemt. Dan tover ik mijn grootste glimlach maar weer te voorschijn en doe net alsof het geheel wederzijds is. Na dit schoolritueel gaan mama en ik weer naar huis. Soms gaan we boodschappen doen, dan help ik mama mee met spullen pakken en in de tassen doen. Ik moet tegen iedereen hallo zeggen en laten zien dat ik “een leuk jochie” ben. Verschrikkelijk vermoeiend in de supermarkt, dus bij thuiskomst eet ik mijn fruit en ga ik een dutje doen. Er zijn ook dagen dat ik geen dutje doe, dan ga ik spelen. Of nog leuker, aan mama’s been hangen. Ik heb een spelletje bedacht, je mag het best ook eens proberen. Het heeft “zwaan-kleef-aan”. Het is de bedoeling dat je zo dicht mogelijk bij je mama in de buurt blijft, het beste is als je haar vast houdt. Je kunt er bij jengelen of huilen, dat maakt het nog leuker. Het doel van het spel is om je mama zo snel mogelijk te laten zuchten en steunen “dat ze het toch echt wel vervelend vindt”. Als ik mama ’s nachts heb wakker gemaakt is de pret van korte duur, dan is het spel zo voorbij.
Voor de lunch gaan we mijn broer weer ophalen van school. Dan is het gedaan met de rust, want Marijn kletst de oren van mijn hoofd. Mama vraagt me wel eens of mijn oren het wel doen, omdat ik niet luister. Dat komt gewoon omdat ik ze van binnen uit zet, zodat ik dat gekwebbel niet hoor en soms vergeet ik ze weer aan te zetten. Dat kan de beste overkomen, ik zie geen probleem. Gelukkig is Marijn maar een uur thuis om te eten, dan kan ik daarna nog even genieten van de rust.
Van dit stuk schrijven word ik ook heel erg moe, dus voor nu is het genoeg. Als ik tijd kan vrij maken in mijn drukke agenda, dan zal ik binnenkort meer schrijven over het zware leven dat ik heb.
De mazzel, Tijmen (alias “het draakje”)